VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het aandeel ING behoorde donderdag tot de grootste winnaars in de AEX, terwijl er met de cijfers toch een aantal tegenvallers naar buiten werd gebracht. Was het aandeel te goedkoop geworden?

Een aandeel ING kostte begin 2018 nog ruim 16 euro. In de tweede helft van 2019 was de koers tot onder de 9 euro gezakt, maar de 10,30 euro die voorafgaand aan de jaarcijfers op de borden stond, was toch nog een derde onder de koers van twee jaar terug. En dat terwijl de AEX in diezelfde periode een gestage opmars maakte.

Begin 2018 was ook de tijd dat ING het plan opvatte om het salaris van topman Ralph Hamers te verdubbelen. Het verschil met de salarissen bij banken in het buitenland zou te groot zijn en Hamers zou anders niet te houden zijn.

Gelukkig zag ING hier na kritiek van onder meer de VEB vanaf en nu, bijna 2 jaar later, staat de heer Hamers nog altijd op de loonlijst bij de grootste bank van de Benelux.

Hij mocht deze week een duidelijke tegenvaller melden: de winst over het vierde kwartaal van 2019 is met 1,4 miljard euro flink lager dan een jaar geleden (1,7 miljard euro). Daarnaast raakt ING verder verwijderd van een aantal doelstellingen die de bank zichzelf voor 2020 had opgelegd.

Zo is de verhouding tussen kosten en inkomsten gestegen naar 56,6 procent, het hoogste niveau in vier jaar, terwijl de doelstelling voor 2020 op 50 tot 52 procent lag. Zonder de toezichtkosten (regulatory costs) komt de Cost/Income ratio weliswaar wel op 51 procent, maar ook dit is het hoogste niveau van de afgelopen vier jaar.

Voor de komende kwartalen waarschuwt ING voor toenemende ‘risico-gewogen activa’ (RWA). Dit kan voor druk gaan zorgen op de kapitaalratio’s. ING maakt fors hogere kosten voor onder meer de bestrijding van witwassen. Ook ging er vorig jaar veel meer geld in de stroppenpot om toekomstige verliezen op leningen op te vangen. De bank moest een grote voorziening nemen vanwege een fraudezaak bij een van de grote klanten in Azië.

Per saldo daalde de winst in het vierde kwartaal met 31 procent tot 880 miljoen euro, ruim onder de verwachting van analisten. Op de beurs van Amsterdam opende het aandeel met een koersdaling, maar die werd heel snel omgebogen naar een stijging van ruim 2 procent.

Mogelijk had die koersreactie te maken met het goede nieuws uit Italië, waar de bank een schikking heeft getroffen met het Openbaar Ministerie vanwege de falende witwasaanpak in dat land. De hoogte van die schikking is niet bekend, maar Reuters meldde eerder dat het om een bescheiden bedrag van 30 miljoen euro zou gaan.

Topman Hamers zei donderdag dat ING op commercieel vlak sterk is blijven presteren ondanks de vele uitdagingen in de markt. De rente-inkomsten, die ondanks de extreem lage rentestand nog altijd het leeuwendeel van de baten vormen, stegen in het vierde kwartaal een fractie tot 3,6 miljard euro.

ING verdient nog altijd geld voor haar beleggers: het rendement op het eigen vermogen kwam in 2019 uit op 9,4 procent, tegen 11 procent een jaar eerder. Ook daar is ING onder de ambitie voor 2020 gezakt, want die was 10 tot 12 procent. De balans lijkt wel op orde: de CET1-ratio, belangrijkste maatstaf voor het kernkapitaal, stond eind vorig jaar op 14,6 procent, terwijl 13,5 procent het doel voor 2020 was.

ING stelt een dividend voor van 0,69 euro per aandeel. Bij een koers van 10,50 euro betekent dat een dividendrendement van ruim 6,5 procent. De balans en het rendement op het geïnvesteerde vermogen vormen geen gevaar voor dit dividend. Wellicht is dat de reden dat beleggers de aandelen donderdag hoger zetten. Op basis van het dividendrendement was het aandeel erg goedkoop geworden.

Een aandeel ING is dan misschien niet zonder risico, het brengt nu wel veel meer op dan een spaarrekening. Sterker nog: na 15 jaar dividend heeft de belegger zijn aankoopsom terug, natuurlijk indien ING het huidige dividend weet te handhaven. Met een Oranje-spaarrekening van ING die momenteel 0,01 procent geeft doe je daar 10.000 jaar over.